Limburg Lezingen – ‘Waarom slimme mensen onlogische geldbeslissingen nemen’

Waarom zijn mensen zo gevoelig voor angst en irrationeel gedrag als het op geld aankomt? In deze lezing belicht professor Anneleen Michiels hoe bij financiële beslissingen onze emoties vaak sterker wegen dan rationele cijfers.

Aan de hand van sprekende voorbeelden en inzichten uit finance en gedragseconomie, zoals onze natuurlijke afkeer van verlies en het effect van rente-op-rente, toont ze hoe mentale valkuilen en emotionele reacties ons financiële succes kunnen beïnvloeden. Ontdek hoe je beter inzicht krijgt in je eigen gedrag en bewuster omgaat met de complexe interactie tussen emoties, cijfers en beslissingen. Een kijk op waarom geld niet alleen een kwestie is van spreadsheets, maar ook (en vooral) van menselijk gedrag.

De lezing zal doorgaan op 18 februari 2025 om 18u30 op de Campus Hasselt, Aula Louis Verhaegen.

Rede van de gouverneur ‘Schaf het provinciebestuur af!…’

Tijdens de provincieraadszitting van 18 december stond de rede van de gouverneur op de agenda.

Lees hier de volledige tekst:

Schaf het provinciebestuur af …


“Schaf het provinciebestuur af!” …. en “Blijf van het provinciebestuur af!”.


Al enige tijd worden wij geconfronteerd met deze toch eerder holle slogans.


Al zijn er, zoals altijd, argumenten voor beide standpunten, toch wordt het provinciebestuur
eerder gebruikt voor de eigen positionering in het politieke landschap.


Ik roep de politiek en de opiniemakers op om te stoppen met te pas en te onpas het voortbestaan van de provinciebesturen in vraag te stellen. Om telkens weer de provincies voorwerp te maken van een symbolenstrijd.

Het resulteert in negatieve energie, creëert grote onrust op de wekvloer, verlamt de goede
werking maar vooral …. het fnuikt de ambities.

Het resulteert voorlopig in een schraal en steriel debat, zonder enige uitkomst, zodat het
uiteindelijke resultaat ervan slechter zal zijn, voor alle deelnemers, dan de huidige situatie.

Limburg verdient dit niet.

Het is hier, in de provincieraad en in de deputatie, niet de plaats om het debat over het verder bestaan van het provinciaal bestuur te voeren. Het is hier, in de provincieraad en in de deputatie, wel de plaats om ervoor te zorgen dat Limburg krijgt waar het recht op heeft.

Niettemin kunnen we niet voorbij aan het feit dat de provinciebesturen onderhevig zijn aan
kritiek. Of dit nu terecht of onterecht is laat ik hier in het midden.


Terecht wijzen provinciebesturen op hun verdiensten en die zijn op een aantal domeinen zeker betekenisvol en innovatief.
Zo zijn provincies vaak complementair aan wat gemeenten en/of de centrale overheden, al dan niet deden.
Zij geven bovendien aan dat zij hun nut blijvend bewijzen omdat de Vlaamse overheid er tot nu niet in slaagt om uit de verkokering te treden en haar beleid meer geïntegreerd en gebiedsgericht te ontplooien.

Hiermee bewijzen de provinciebesturen in elk geval dat er nood is aan intermediaire functies die gebiedsgericht zijn én tonen zij aan dat er nood is aan een ruimte waar plaats is voor innovatie en maatwerk.

Ondertussen luidde de vorige voorzitter van deze provincieraad de alarmbel, en riep zij op tot actie.
De provincies kunnen en moeten zich hier heruitvinden. En daarvoor zijn er tal van uitdagingen, kansen en opportuniteiten. Hierop kom ik straks terug.

Geachte voorzitter,
Sta mij toe om – voor ik mijn Rede verderzet – op mijn beurt de nieuwe provincieraad, zowel de her-verkozenen – als de nieuwe raadsleden en de leden van de deputatie te feliciteren met hun mandaat.


En van deze gelegenheid wil ik gebruik maken om u allen ook te bedanken.

Bedanken omdat u – in deze toch wel woelige en onzekere tijden – heeft deelgenomen aan
verkiezingen, burgers heeft overtuigd van een programma of als mandataris hun bezorgdheden heeft beluisterd en meegenomen in wat mogelijk heeft geleid tot finaal beleid.
Hetgeen toch de essentie is van onze representatieve democratische samenleving.

In bijzonder wil ik mij richten tot de jonge politici die hier in de provincieraad (en bij uitbreiding in al onze
gemeenteraden) verkozen zijn
Politiek is een mooie maar ook een harde stiel.
Zeker in deze over gemediatiseerde wereld
Het is daarom geruststellend dat ook vandaag jonge mensen nog geloven in het politieke bedrijf. Dat ze bereid zijn een maatschappelijke functie op te nemen en zo een bijdrage te leveren aan de bouw en ontwikkeling van de samenleving.


Ik nodig de raad dan ook uit om de volgende jaren collegiaal en goed samen te werken.

Wees daarin een voorbeeld voor de andere besturen.

Zet u in voor de welvaart en het welzijn van alle Limburgers – want daarover gaat het toch – en stel steeds het algemeen Limburgs belang voorop
Zorg dat onze provincie mede door uw inzet verder kan ontwikkelen tot die regio in Vlaanderen waar het goed is te vertoeven, te wonen, te leven en te werken.

Dames en heren,
Limburg verdient een beleidsniveau dat op de juiste schaal – tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen – en samen met het middenveld – zorg draagt voor haar belangen en haar noden.

Een beleidsniveau dat focust op de essenties, daadkracht toont en de knelpuntdossiers snel detecteert en efficiënt, gecoördineerd en zonder veel bureaucratie aanpakt.

Een beleidsniveau dat complexe maatschappelijke vraagstukken op de agenda zet, bespreekt, bediscussieert en vervolgens samen met haar stakeholders en partners naar een gedragen oplossing zoekt.

Een beleidsniveau dat – wanneer zij daartoe uitgenodigd wordt – actief, met open geest en vanuit een constructieve ingesteldheid participeert aan het bestuurlijk debat omtrent de positie en de taakstelling van de verschillende overheden, in bijzonder deze van haarzelf.

Het provinciebestuur Limburg moet daarom nog meer een actieve rol spelen. Niet zozeer in het debat over haar relevantie. Maar in de concrete aanpak van de uitdagingen, kansen en
opportuniteiten die haar wachten. En dit in eensgezindheid en in goede samenwerking met al de andere Limburgse actoren.

De ambtelijke insteeknota “Kiezen is Winnen” van de hand van onze provinciale diensten dat ter tafel ligt bij aanvang van deze nieuwe legislatuur is een verdienstelijke aanzet om het toekomstig beleid te ondersteunen. Het document mag dan al niet volledig zijn en eerder voorzichtig in haar ambities toch biedt dit werkstuk een goed inzicht in de brede provinciale organisatie en de expertise die er in dit huis en in de belendende instellingen aanwezig is.


Wanneer ik daarenboven de toespraak van gedeputeerde Moors in gedachten neem die begin van deze maand werd uitgesproken bij gelegenheid van de installatie van de provincieraad; dan heb ik goede hoop dat deze deputatie op zijn minst de intentie heeft om met haar beleid een antwoord te willen geven op de beleidsvraagstukken die onze provincie de volgende jaren zullen uitdagen.


Eerder dan dat zij bezig zullen zijn om mordicus de relevantie en de efficiëntie van dit
bestuursniveau te willen bewijzen.

Want enkel door de uitdagingen effectief aan te pakken bewijzen ze immers impliciet dat dit bestuursniveau toegevoegde waarde geeft.

Taskforce Brainport Eindhoven


Een goed voorbeeld is de taskforce die opgericht zal worden naar aanleiding van de
expansieplannen van Brainport Eindhoven in Noord Brabant.


In plaats van lijdzaam toe te zien hoe een toenemende braindrain en een verhoogde druk op de woningmarkt vanuit Noord Brabant onze provincie – vooral in het noorden – bedreigt, werd gekozen voor een actieve houding en een offensieve strategie. De taskforce die gevormd zal worden met publieke partners vanuit beide zijden van de grens zal een samenwerkingsmodel moeten uittekenen waarbij de lasten maar ook de lusten gelijkwaardig verdeeld worden zodat er ook voor Noord Limburg een economische winst kan verwacht worden.


Het resultaat van deze besprekingen zal in elk geval een belangrijke les voor ons inhouden. Want mee willen spelen op het niveau van Brainport Eindhoven – met grote spelers als ASML en Philips op de achterbank -, zal impliceren dat we eveneens werk zullen moeten maken van een goed vestigingsklimaat.

En dan gaat het niet alleen over vergunningen, goeie verbindingen, betere mobiliteit en fiscale en andere flankerende maatregelen. Maar ook over het aanbod aan cultuur, kwalitatief onderwijs en de aanwezigheid van een redelijk niveau van voorzieningen.

Willen we met andere woorden een gegeerde bruid zijn, waarmee andere regio’s graag willen samenwerken; willen we aantrekkelijk zijn voor nieuwe starters, bedrijven of internationale spelers; willen we als regio het verschil kunnen blijven maken, dan wacht er ons nog wel wat werk.

Zeker als we vaststellen dat onze ondernemers een economische winter voorspellen, met
herstructureringen en verplichte ontslagrondes.


Dat economen waarschuwen voor een wereldwijde handelsoorlog en dat werkgeversorganisaties smeken om een doordacht en geïntegreerd industrieel beleid. Een beleid dat er op gericht is om de hindernissen op vlak van energie- en loonkost, vergunningen en administratieve lasten zo veel mogelijk weg te werken.

Ik ben mij zeer bewust van het feit dat het hier telkens gaat over globale uitdagingen. Maar dat neemt niet weg dat voor onze regio, die exportgericht is en waar de maakindustrie belangrijke toegevoegde waarde én jobs oplevert, het aangewezen is om niet lijdzaam af te wachten, maar -zoals we dat al decennia gewoon zijn – best zelf ook de handschoen op te nemen en te doen wat we kunnen.


Limburg staat daarbij voor een meervoudige uitdaging: een snelle vergrijzing met een steeds krapper wordende arbeidsmarkt, een dreigende de-industrialisatie, een zorgwekkend onderwijsrapport én een groeiende wooncrisis.

Deze sociaal – economische realiteit zal een grote maatschappelijke impact hebben binnen tal van levensdomeinen.

Ik sta graag even stil bij de thema’s wonen, onderwijs, en vergrijzing.

Wonen

Reeds in mijn vorige rede heb ik ruim aandacht besteed aan de complexe woonproblematiek waar we momenteel tot over onze oren in zitten.

Goed en betaalbaar wonen is cruciaal voor het maatschappelijk welzijn. Het creëert meer kansen op andere levensdomeinen zoals werk, onderwijs en gezondheid. Daar is inmiddels iedereen van overtuigd.

De betaalbaarheid van kwalitatief wonen staat vandaag echter onder druk in alle segmenten van de woningmarkt. De wachtlijsten voor een sociale woning zijn ellenlang en duren gemiddeld vier jaar. De wachtenden zijn intussen aangewezen op de private huur- of koopmarkt.

De hoge rente heeft lenen duurder gemaakt waardoor een eerste woning kopen voor veel jonge gezinnen of starters moeilijk blijft en ook zij noodgedwongen langer moeten huren.

De druk op de private huurmarkt komt echter niet alleen van deze twee kanten.
Ook de beschikbaarheid van betaalbare huisvesting voor arbeidsmigranten is nijpend en legt druk op de onderkant van diezelfde particuliere huurmarkt.

Die wooncrisis waarin we ons vandaag bevinden kent dus meerdere oorzaken, waaronder een schrijnend tekort aan sociale woningen, en de stijgende concurrentie tussen de diverse groepen van potentiële huurders.

Hierop is maar één antwoord: investeren in betaalbare huisvesting voor de verschillende
inkomensgroepen waarbij we rekening houden met de demografische evolutie van vergrijzing en gezinsverdunning.

Maar niet alleen de woningmarkt en de huisvestingsproblemen van tal van bijzondere
doelgroepen vormen een grote zorg.

Onderwijs


Ook de onderwijsproblematiek blijft hoog op de agenda staan en is ondertussen meer dan
louter een probleem van het onderwijs alleen.


Het belang van kwalitatief en inclusief onderwijs voor kinderen, jongeren en studenten, hun
ouders, de samenleving en de economie is zo groot, dat het één van de belangrijkste werven moet zijn tijdens deze legislatuur.


Kwaliteitsvol onderwijs is een basisrecht en betekent onder meer dat alle jongeren de school verlaten met de vaardigheden om te kunnen participeren aan de samenleving. Dat is echter voor bijna 1 op 4 jongeren niet het geval.


Keren we deze cijfers niet, dan moeten het arbeidsmarkt- en welzijnsbeleid achteraf remediëren. Dat brengt een veel grotere individuele en maatschappelijke kost met zich mee.

Kwaliteitsvol onderwijs betekent ook dat jongeren een opleiding kunnen en mogen volgen die aansluit bij hun talenten én die perspectief biedt op werk. Slaagt het onderwijs daar niet in, dan zal de schooluitval hoog blijven en de aansluiting op de arbeidsmarkt voor sommige profielen moeilijk blijven.


Een meerjarenplan voor beter onderwijs in een kennisregio als de onze moet prioriteit nummer één zijn.


Ik herhaal daarom graag de woorden van mijn eerste Rede in 2020 : Er mag geen jongere meer de schoolbanken verlaten zonder een diploma of getuigschrift.


In die optiek steun ik de oproep vanuit de UHasselt om de schooluitval in Limburg dringend,
maar vooral structureel aan te pakken. Stop de versnippering van goedbedoelde initiatieven en beëindig de inzet van zogenaamde “confetti middelen” maar breng al de expertise samen zodat een structurele aanpak over heel de provincie gegarandeerd wordt.


Want “talent” … ons menselijk kapitaal , dames en heren, daar gaat het om.

“talent” blijft onze belangrijkste grondstof om de uitdagingen aan te pakken. We hebben goed opgeleide mensen nodig.

Om meer welvaart te creëren moeten we dus niet harder, maar slimmer gaan werken. Onze
provincie moet daarom inzetten op kennis gedreven innovaties die versnellend kan werken voor onze tewerkstelling en positief ingrijpt op de gezondheid van onze ondernemingen. Het is dé manier om een antwoord bieden op de steeds krapper wordende arbeidsmarkt en om alvast de productiviteitskloof met Vlaanderen dichten.

En dat zal met de versnelde vergrijzingsgolf die onze provincie wacht een hele uitdaging
worden.


De vergrijzingsgolf is op zich misschien heuglijk nieuws, want dat betekent dat we met z’n allen gemiddeld langer blijven leven. Maar tegelijkertijd brengt dat ook verschillende maatschappelijke en economische uitdagingen met zich mee. Denk maar aan de gezondheidszorg, de pensioenstelsels en niet in het minst ook aan de arbeidsmarkt.

Nu de babyboomgeneratie de pensioenleeftijd overschrijdt, trekken immers meer en meer
werknemers de deuren van hun bedrijf achter zich toe. Deze pensioneringsgolf vertaalt zich in een massale uitstroom van arbeidskrachten uit de arbeidsmarkt. En dat terwijl de jongere generatie onvoldoende groot is om alle vrijgekomen arbeidsplaatsen in te vullen.
De Limburgse arbeidsbevolking wordt dus grijzer en kleiner.

Meer mensen richting pensioenleeftijd en minder doorstroom van jongeren: dat leidt
onvermijdelijk tot een forse inkrimping van de beroepsbevolking waarop onze bedrijven kunnen terugvallen.

Vóór 2018 lag het aandeel 55-plussers onder de Limburgse werknemers nog onder het Vlaams gemiddelde. Met de jaren keerde de verhouding om en vandaag stellen de Limburgse bedrijven procentueel gezien meer 55-plussers tewerk dan gemiddeld in Vlaanderen.

Wat zijn nu de oplossingen?

Wel, de recepten om de arbeidsmarktkrapte aan te pakken zijn divers, maar vaak ook onderwerp van discussie. Een mirakeloplossing is er immers niet. Meer activeringsinspanningen van niet-beroepsactieven is sowieso een veel gehoorde piste. Dat geldt ongetwijfeld ook voor Limburg, waar ongeveer 22,5% van de 20- tot 64-jarigen buiten de arbeidsmarkt staat.

Concreet gaat het over 116.000 Limburgers, waaronder weliswaar grote groepen
arbeidsongeschikten, huisvrouwen of -mannen (vaak zonder arbeidswens) of studenten. Lang niet allemaal Limburgers die dus (vlot) inzetbaar zijn. Het activeren van deze groep is belangrijk, maar het potentieel mag allicht ook niet overschat worden.

Andere oplossingen die vaak worden aangehaald zijn interregionale mobiliteit – bijvoorbeeld uit het Luikse – en economische migratie. Ook wat dat laatste betreft zijn de meningen onder beleidsmakers en wetenschappers verdeeld. Arbeidsmigratie zou voor specifieke tekorten een bijdrage kunnen leveren, maar een zeer gerichte en weloverwogen aanpak lijkt daarbij onontbeerlijk.

Temeer daar arbeidsmigratie een erg complex gegeven is , omdat het raakt aan heel wat
domeinen: economie, tewerkstelling, huisvesting, registratie, opleiding, informatieverschaffing en handhaving.
Arbeidsmigratie vraagt daarom om een structurele aanpak, zowel wat betreft het managen van de groep die er vandaag al is als van de arbeidskrachten die noodzakelijk nog zullen worden aangetrokken.

Dat betekent dat we moeten zorgen voor meer informatie en ondersteuning voor
arbeidskrachten én professionals, maar ook meer controle op uitwassen en uitbuitingssituaties m.b.t. huisvesting en tewerkstelling.
Hoogtijd dus om arbeidsmigratie binnen de provincie beter te gaan monitoren, op te volgen en te managen.

Want arbeidsmigratie zal volgens alle prognoses de komende jaren nog sterk gaan toenemen,. Het is beter om ons er op tijd op te organiseren, in plaats van achter de feiten te moeten aanlopen.

Nu, als blijkt dat activeringsprogramma’s en arbeidsmigratie maar een deel van de oplossing zijn, dan ligt het grootste deel van de oplossing wellicht in het opkrikken van de productiviteit, zodat met minder mensen meer en beter kan worden gewerkt. Een belangrijke gamechanger daarvoor wordt gezien in artificiële intelligentie, al kunnen ook andere vormen van digitalisering en technologische innovaties eveneens belangrijke productiviteitswinsten opleveren.


Samen met kennisontwikkeling, ondernemerschap, menselijk kapitaal zoals scholing en digitale vaardigheden, en goed werkende (internationale) markten vormen technologische ontwikkelingen en innovatie de belangrijkste motoren voor productiviteitsgroei.

Daarop moeten we blijven inzetten, ook in Limburg.
We zijn goed op weg.

Dames en heren
Limburg is en blijft een sterk merk.

En dan heb ik het niet enkel over ons internationaal gereputeerd toeristisch imago als
aantrekkelijke regio voor recreatie en fietsen. Of de innovatieve kennis en onderzoek campussen die als een sterk ecosysteem ondernemers, overheid, onderwijs en onderzoek samenbrengen.


Maar heb ik het ook over de innovatieve projecten en strategische investeringen welke de
Stichting LSM het voorbij werkjaar weer heeft gerealiseerd.

De oprichting van de Stichting van openbaar nut in 2008 met als doel de economische – ,
maatschappelijke – en culturele vooruitgang in Limburg te stimuleren bleek een visionaire
beslissing, want tot op de dag van vandaag heeft LSM haar opdracht niet alleen met verve weten te vervullen, maar heeft zij ook haar positie in het bestuurlijk landschap in Limburg weten te verankeren.


Dit werd recent nog gehonoreerd door de Vlaamse regering via een verlenging van de
protocolovereenkomst tot eind 2029, waarbij tegelijk het robuuste partnerschap met LRM werd herbevestigd.

Dit alles klinkt misschien anekdotisch en lijkt een voetnoot te zijn in de geschiedenis.
Toch is het van wezenlijk belang voor Limburg omdat het een garantie biedt voor de mede –
financiering van tal van strategische hefboomprojecten, die morgen het verschil kunnen maken, en onze provincie verder opstuwen naar die innovatieve en duurzame topregio in Vlaanderen en Europa die wij ambiëren te zijn.


Om deze topregio te willen zijn, zullen wij onze regio verder duurzaam moeten versterken en innovatie moeten versnellen. Inzetten op speerpunten is daarbij essentieel.
En dat betekent durven kiezen.

Kiezen voor innovatieve, duurzame en circulaire economie die tegelijk actief wil investeren in de regio. Waarbij we voldoende randvoorwaarden creëren om de noodzakelijke groene transitie te realiseren, onderzoek en ontwikkeling stimuleren en de arbeidsmarktgerichte STEM opleidingen versterken.


Ik ben overtuigd dat dit objectief – samen met een ambitieus industrieplan – voor onze provincie het verschil kan maken.

Binnen dit kader en geruggensteund door de Vlaamse overheid zouden we in Limburg dan ook voluit moeten kiezen voor pioniersprojecten, zoals bijvoorbeeld de Einstein Telescoop, een ambitieus wetenschapsproject dat we samen met onze buurlanden in de Euregio willen realiseren.
En voor baanbrekende innovaties onder meer op het vlak van de groeiende
gezondheidseconomie. En dan denk ik aan het concept Blue Zone.


De Einstein Telescoop


De Einstein Telescoop zal voor de meesten van u niet vreemd meer in de oren klinken.


De Einstein Telescoop is een uniek wetenschapsproject dat onderzoek doet naar
zwaartekrachtgolven. Het verbindt fundamentele wetenschap, technologische innovatie,
aantrekkingskracht van STEM-richtingen en internationale uitstraling met elkaar. Een ster
engagement van alle betrokken overheden zal ons hopelijk in staat stellen om deze unieke
wetenschappelijke infrastructuur daadwerkelijk naar de Euregio Maas-Rijn te halen.
Hierdoor trekken we topwetenschappers en bedrijven aan, kunnen we nieuwe technologieën ontwikkelen en zetten we onze landen hiermee op de wereldkaart. De Vlaamse regering gelooft inmiddels rotsvast in dit potentieel en heeft daarom alvast 200 miljoen euro vrijgemaakt.


De beslissing over de locatie zal volgens de huidige planning tijdens deze legislatuur genomen worden, door een groep van landen die zich samen hebben uitgesproken voor de realisatie van de Einsteintelescoop in Europa.
Die landen zullen gezamenlijk beslissen waar de Einsteintelescoop gebouwd wordt. De beslissing is gebaseerd op een uitgebreid dossier, een zogenaamd ‘bidbook’, dat inzicht geeft in de bouw en operationalisering van de Einsteintelescoop in de betreffende regio. Dat lijkt een beetje op een bidbook in het voetbal, voor de organisatie van een Europees of wereldkampioenschap. Het bidbook steunt op tal van haalbaarheidsstudies inzake geologie, civiele technieken, logistiek, mobiliteit, socio-economische impact, duurzaamheid enzovoort.


De geloofwaardigheid van ons bidbook zal echter niet alleen afhangen van de resultaten van de haalbaarheidsstudies en het aanbod voor de wetenschappelijke wereld. Misschien nog belangrijker dan de technische uitwerking, is dat de nodige middelen beschikbaar worden gesteld om de bouw van de detector daadwerkelijk mogelijk te maken.

Voor de bouw van de Einsteintelescoop in de Euregio Maas-Rijn, reserveerde Nederland reeds 870 miljoen euro. In België lopen ondertussen gesprekken om tot een gezamenlijke Belgische bijdrage te komen.
We moeten alles op alles zetten om deze investering te doen slagen. Het zal van vitaal belang zijn voor onze regio. Het zou onze region wereldwijd omvormen tot een unieke kennisregio.


Blue Zones

Een ander, wervend en tot de verbeelding sprekend project zijn de Blue Zones.

Blue Zones zijn afgebakende gebieden in de wereld waarvan de bevolking een specifieke
levensstijl en leefomgeving deelt en waar de mensen meetbaar langer leven.

Uit ‘Blue zones’-onderzoek blijkt dat het voorkomen van (chronische) ziekten via ‘preventieve geneeskunde’ de levensverwachting van een regio aanzienlijk kan verhogen.
Belangrijke componenten van ‘preventieve geneeskunde’ zijn een actieve levensstijl, gezonde voeding, stress reductie, sociale cohesie, wetenschappelijk onderbouwde goede kennis van een gezonde levensstijl, betere urbanisatie/ruimtelijke planning en infrastructuur die hierop inspelen en een holistische integratie van deze componenten.

In onze provincie Limburg lijken de hierboven beschreven componenten afzonderlijk maximaal aanwezig!


Limburg voorziet immers in een netwerk van natuurlijke landschappen, sterk uitgebouwde
ziekenhuisnetwerken, gezondheids-gerelateerde kennisinstellingen en opleidingen, een sterk uitgebouwd gezondheidszorg-gerelateerd ondernemerslandschap en incubatoren die een gezonde levensstijl toelaten.

Meer nog, in Limburg zijn momenteel heel wat (individuele) regionale, interregionale en
Europese projecten en initiatieven lopende, die concreet werken rond Blue Zone gerelateerde topics zoals fysieke activiteit, gezonde voeding, natuurbeleving, toerisme, wandel- en fietsbeleving en gezondheidsonderwijs.

Echter, een geïntegreerde aanpak en aansturing van en tussen deze actoren lijkt te ontbreken.

Dit vraagt om een gezamenlijk, breed gedragen “Limburgse visie op levenskwaliteit” waar alle stakeholders en Limburgse actoren uit het brede middenveld zich achter scharen en waar de betrokkenheid van alle inwoners en dus alle Limburgers gegarandeerd wordt.

Hiervoor is ambitie en een gecoördineerde regionale aanpak nodig die zo menen wij vast, kan worden aangestuurd vanuit een LIMBURG BLUE ZONES CONSORTIUM, waarvan het ambt van gouverneur de regie wil opnemen.

Dit consortium omvat onder meer de Universiteit Hasselt, ondernemers, gezondheidscentra en de provincie Limburg. Zij zullen in een eerste fase alle lopende Limburgse initiatieven met Blue Zone-affiniteit zo veel mogelijk groeperen onder het Limburg Blue Zone concept en label. Injanuari leggen we daarvoor de eerste contacten en hopen we Flanders Technology & Innovation mee aan boord te nemen.

Dit alles met de bedoeling om een Limburg Blue Zone-netwerk uit te bouwen en de Blue Zone samenwerking tussen deze initiatieven te bevorderen.

In een tweede fase focussen we dan op het engageren van bedrijven,
kennis/gezondheidsinstellingen, Limburgse beleidsmakers en relevante andere actoren (zoals onder meer de mutualiteiten, …) die doelgericht en vanuit een burger- en
beleidswetenschappelijke invalshoek geïntegreerde nieuwe Limburg Blue Zone-projecten
uitwerken gericht op de diverse factoren van een gezonde levensstijl.

Dit project bevordert zo niet alleen het welzijn van al de Limburgers maar versterkt ook de
(inter)nationale positie van Limburg.

Samen met de koplopers maken we zo beleid dat gericht is op de creatie van een sterke
community
: een vitale gemeenschap, een veerkrachtige samenleving die ook internationaal haar
troeven gaat kunnen uitspelen.


Voor een Limburg waar het straks beter, gezonder en langer leven is!

Dames en heren,


Ik kan deze Rede niet besluiten zonder nog kort stil te staan bij één van mijn belangrijkste
bevoegdheden, namelijk de veiligheid in onze provincie.
In bijzonder wil ik uw aandacht vragen voor twee belangrijke dossiers.
De bijzondere situatie in en om de Port of Limburg en de veiligheidsopleidingen in het PLOT.

Port of Limburg

Met het verhogen van de bruggen over het Albertkanaal en met de opstart van de Port of
Limburg in Genk begin 2025 zal het containerverkeer tussen Antwerpen en Genk de komende jaren sterk toenemen. Op termijn zullen in dit nieuwe knooppunt tussen de grote havens van Antwerpen, Rotterdam en Zeebrugge tussen de 300.000 en 400.000 containers per jaar verwerkt kunnen worden. Vrachten die via het internationale spoorwegnet vanuit Limburg snel verder over Europa verdeeld kunnen worden.

Voor Limburg is de Port of Limburg, die ontwikkeld wordt op de voormalige Ford-terreinen van Genk, een belangrijke bijkomende economische troef.
Een economische troef die helaas niet alleen versterkend werkt voor de legale economie.
Ook illegale criminele organisaties en meer specifiek het drugsmilieu zullen hierop inspelen en proberen om hier gebruik van te maken.
Inventief en creatief als ze zijn, zijn deze organisaties steeds op zoek naar de weg van de minste weerstand.
Gelet op de zware inspanningen die er in de haven van Antwerpen tegen het drugsmilieu
geleverd worden kan een verschuivingseffect daarenboven niet uitgesloten worden. Limburg is mede als grensprovincie nu al een regio waar organisatoren en financiers van zware criminaliteit gehuisvest zijn. Vandaar de vrees voor haven gerelateerde criminaliteitsfenomenen en een intensifiëring van de ondermijnende criminaliteit.

Er is de vrees dat de haven ook niet zal ontsnappen aan fenomenen als uithalers, ‘dienstverleners en tussenpersonen’. ‘Makkelijk’ geld verdienen is wellicht lucratief voor een segment van de Limburgse jeugd. Mogelijk krijgt Limburg ook te maken met randfenomenen als afrekeningen en afdreiging. Eens de stap in het criminele milieu gezet is er immers geen terugweg meer.
Vandaar dat er alles aan gedaan wordt om het van bij de opstart van de Port of Limburg het de criminelen zo moeilijk mogelijk te maken om legale economische infrastructuur te misbruiken voor hun illegale handel.
Met de betrokken bedrijven, het stadbestuur van Genk, het parket, de douane, het Nationaal Drugscommissariaat het ARIEC, de lokale en de federale politie inclusief de scheepvaartpolitie en de diensten van de gouverneur wordt er gewerkt aan het versterken van de beveiliging en het toezicht op de haveninfrastructuur.

Concreet en zichtbaar gaat het om omheiningen, aangepaste infrastructuur, toegangscontroles, camerabeveiliging en de inzet van drones. Maar ook de screening van het havenpersoneel is een belangrijk aandachtspunt.

Door intens samen te werken en de krachten te bundelen willen we van de Port of Limburg de best beveiligde binnen-terminal maken en een samenwerkingsmodel ontwikkelen dat ook eventueel kan uitgerold worden naar andere toekomstig uit te bouwen binnenhavens in Limburg (denk aan mogelijke ontwikkelingen in Lanaken, Lommel, Ham (Nike)).

Dit Limburgs pionierswerk wil tevens een voorbeeld zijn voor andere binnenhavens in
Vlaanderen en België.

Veiligheidsopleiding

De Limburgse politie-, brandweer- en ambulancediensten beschikken over deskundige, goed opgeleide en getrainde mensen. Sterke vakmensen die over de expertise beschikken om gevat te reageren op de alsmaar complexere wordende uitdagingen waarmee ze dagelijks geconfronteerd
worden.


Politie- en brandweermensen die mee evolueren op het tempo van de veranderende maatschappij en die nieuwe technieken en specialismen in de vingers hebben. In de ontwikkeling van goed, modern en gespecialiseerd veiligheidspersoneel speelt het PLOT als Limburgse veiligheidsschool
een cruciale rol.


Limburg telt ongeveer 2 300 politiemensen, 1 350 brandweerlui en 650 hulpverlenersambulanciers. Al deze veiligheidsprofessionals komen jaarlijks naar het PLOT om hun bekwaamheid te onderhouden en uit te breiden via opleiding en training.

Het PLOT beschikt over een zeer goede reputatie. De opleidingen zijn van een hoog niveau en maximaal afgesteld op de evoluties in het vakgebied en op de Limburgse werkomgeving.
Om de kwaliteit te blijven garanderen verhuizen de opleidingen in de loop van 2025 van het
verouderde hoofdgebouw een nagelnieuw “state of the art” opleidingsgebouw dat naast de in 2019 geopende oefenhal gelegen is.
Een moderne infrastructuur die nog uitgebreid moet worden met een noodzakelijke nieuwe
schietstand.

Ondanks deze investeringen en de financiële inspanningen van het provinciebestuur staat de hoge kwaliteit en de Limburgse verankering van het Limburgs veiligheidsonderwijs onder zeer zware druk.

Het PLOT staat net zoals de andere provinciale veiligheidsscholen voor een bijzonder grote
uitdaging om kwaliteitsvol veiligheidsonderwijs te kunnen blijven aanbieden tegen een
aanvaardbare prijs.
Naast een structurele federale onder-financiering van de opleidingen die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren, kampt het PLOT daarenboven met aanhoudende personeelstekorten.

Deze onderbezetting legt een zware schaduw op zowel de kwaliteit als op het voortbestaan van het Limburgs opleidingscentrum. Het zou nefast zijn mochten veiligheidsmensen voor hun opleidingen niet langer in Limburg terecht kunnen maar zich bijvoorbeeld zouden moeten verplaatsen naar Antwerpen. Met politiemensen die in de file richting Antwerpen staan aan te schuiven en met brandweervrijwilligers die voor hun opleiding buiten Limburg terecht moeten is de Limburger niet gediend.

Duidelijke beleidskeuzes en fundamentele bijsturingen in de financiering en het
aanwervingsbeleid zijn nodig om het voor Limburg absoluut noodzakelijke veiligheidsonderwijs in het PLOT toekomstbestendig te houden.

Voorzitter
Dames en heren

Ik ga besluiten.

Ik heb vandaag maar enkele van de vele uitdagingen waar Limburg voor staat aangekaart.


Uitdagingen waar zowel de pleitbezorgers van “schaf het provinciebestuur af” als van “blijf van het provinciebestuur af” zullen mee geconfronteerd worden.

Zij zullen beiden de plicht hebben deze uitdagingen aan te gaan om Limburg te geven waar het recht op heeft, en allen zullen daarvoor tot een werkbare oplossing en structuur moeten komen.

Daarom doet het mij deugd om hier vandaag in dit halfrond absoluut geen moedeloosheid te ervaren.

Dat sterkt mij in de overtuiging dat er wel degelijk nog een toekomstcultuur aanwezig is. Een positieve ingesteldheid die wil bouwen op de stapstenen van optimisme.

Ik zou u daarom willen oproepen:

Geef vertrouwen aan elkaar en verbind u met al de Limburgse actoren, overheden en partners op het middenveld om gezamenlijk op te trekken en resultaten te boeken ten bate van de regio, van onze provincie en van de Limburgers.

Overstijg het provincialisme.
Denk verder dan één legislatuur en verleg in uw ambities de horizon tot voorbij 2030.

Kom op voor het algemeen belang en in bijzonder de belangen van onze provincie.
Streef daarbij naar eensgezindheid en werk samen ook over de partijgrenzen heen.

En stap ook letterlijk over de grens.
Intensifieer de contacten met de Euregio partners. Zij zijn een belangrijk platform voor
samenwerking en internationale contacten.
En toon je ook fysiek in Brussel en zeker daar waar de beslissingscentra geconcentreerd zijn.
De buit ligt immers buiten Limburg.

Neem daarom uw toekomst vandaag in handen en wacht niet tot later.
De toekomst is immers wat wij er nu van denken, hoe wij er nu over spreken, hetgeen we er nu over schrijven, wat we er nu van maken.

Ik dank u.

Jos Lantmeeters
Gouverneur

Installatie provincieraad

Vandaag legden de Limburgse provincieraadsleden de eed af in de Raadzaal van het Provinciehuis. Hiermee starten ze officieel hun mandaat. De komende legislatuur zullen opnieuw 31 provincieraadsleden zetelen in het halfrond. Daarnaast werden ook de nieuwe gedeputeerden en de nieuwe provincieraadsvoorzitter officieel verkozen in een stemming.

In oktober trok de Limburger naar de stembus voor de provincieraadsverkiezingen. Het resultaat zijn 31 nieuw verkozen provincieraadsleden. Eerder sloten cd&v, N-VA, Vooruit en Open Vld Limburg een coalitieakkoord voor de nieuwe bestuursperiode. Samen beschikken deze partijen over een meerderheid van 24 van de 31 zetels in het halfrond.

Samenstelling provincieraad

Op 2 december 2024 legden de nieuwe provincieraadsleden de eed af tijdens de installatievergadering in het Provinciehuis. Hiermee werd officieel het startschot gegeven voor de nieuwe bestuursperiode van de provincie. Het provinciebestuur zorgt ervoor dat belangrijke regionale voorzieningen en projecten goed worden afgestemd op de noden van de Limburgers om zodoende hun welvaart en welbevinden te bevorderen.

De provincieraad zal deze legislatuur bestaan uit de volgende leden:

  • Raf Drieskens (cd&v)
  • Liesbeth Fransen (cd&v)
  • Liesbet Gabriëls (cd&v)
  • An Knoops (cd&v)
  • Inge Moors (cd&v)
  • Bob Nijs (cd&v)
  • Raf Terwingen (cd&v)
  • Tom Vandeput (cd&v)
  • Thomas Vints (cd&v)
  • Luc Wouters (cd&v)
     
  • Joost Venken (GROEN)
     
  • Jan Bergmans (N-VA)
  • Frieda Brepoels (N-VA)
  • Jessie De Weyer (N-VA)
  • Bert Lambrechts (N-VA)
  • Rita Moors (N-VA)
  • Laura Olaerts (N-VA)
  • Jan Peumans (N-VA)
     
  • Marino Keulen (Open Vld Limburg)
  • Igor Philtjens (Open Vld Limburg)
  • Frederick Vandeput (Open Vld Limburg)
     
  • Danny Kenis (VLAAMS BELANG)
  • Chantal Nagels (VLAAMS BELANG)
  • Oriana Saeren (VLAAMS BELANG)
  • Carine Stevens (VLAAMS BELANG)
  • Bruno Van Wettere (VLAAMS BELANG)
  • Dietrich Vandereyken (VLAAMS BELANG)
     
  • Kenan Akyil (Vooruit)
  • Danny Deneuker (Vooruit)
  • Habib El Ouakili (Vooruit)
  • Ellen Reumers (Vooruit)

Gedeputeerden officieel verkozen

Gedeputeerden geven vorm en opvolging aan het provinciale beleid binnen hun bevoegdheidsdomeinen en zijn binnen en buiten de provinciegrenzen onze vertegenwoordigers.

De volgende gedeputeerden legden de eed af.

  1. Eerste gedeputeerde Inge Moors (cd&v), woordvoerder van de deputatie en bevoegd voor:
    • Ruimtelijke Planning
    • Omgevingsvergunningen
    • Wonen
    • Landbouw en Platteland
    • Griffie
    • pcfruit, PIBO campus, PVL
  2. Tweede gedeputeerde Laura Olaerts (N-VA), bevoegd voor:
    • Onderwijs
    • Toerisme
    • Visit Limburg vzw
    • Milieu, Natuur, Water, Bosgroepen
    • Veiligheid, PLOT
    • Mobiliteit
    • (niet-)Confessionele Levensbeschouwing
    • Dierenwelzijn
    • Informatie en Communicatie
  3. Derde gedeputeerde lgor Philtjens (Open Vld Limburg), bevoegd voor:
    • Financiën en Begroting
    • Erfgoed (Fruitspoor, Kolenspoor, be-MINE)
    • Facilitaire diensten (logistiek, ICT, Patrimonium)
    • Provinciaal Domein Bokrijk, Provinciaal Domein Nieuwenhoven, Provinciaal Domein Dommelhof
    • Mondiale Samenwerking
    • Regiomarketing
  4. Vierde gedeputeerde Tom Vandeput (cd&v), bevoegd voor:
    • Economie, Innovatie en Industrieterreinen
    • Europese aangelegenheden (EFRO, Interreg, Euregio Maas-Rijn)
    • Personeelsbeleid en Interne communicatie
    • POM Limburg

Inge Moors zal na 3 jaar opgevolgd worden door Raf Drieskens (cd&v) en Igor Philtjens zal na 4 jaar opgevolgd worden door Habib El Ouakili (Vooruit). Over 3 jaar zal Tom Vandeput in opvolging van Inge Moors eerste gedeputeerde en woordvoerder worden van de deputatie.

De deputatie zal ook in deze nieuwe legislatuur voorgezeten worden door gouverneur Jos Lantmeeters. Provinciegriffier Wim Schoepen, de algemeen directeur van de provinciale administratie, is naast secretaris van de provincieraad eveneens de secretaris van de deputatie.

Nieuwe provincieraadsvoorzitter

Tijdens de installatievergadering werd ook een nieuwe provincieraadsvoorzitter verkozen. Die leidt de zittingen van de provincieraad en zorgt ervoor dat de debatten en stemmingen correct verlopen. Gewezen gedeputeerde Bert Lambrechts (N-VA) neemt het voorzitterschap van de provincieraad over van zijn partijgenoot Jessie De Weyer. 

“Als bestuur nemen we verantwoordelijkheid voor domeinen waar Vlaanderen te veraf staat en waar gemeenten niet altijd de schaalgrootte hebben om voldoende impact te realiseren.  Of het nu gaat om economie, toerisme, erfgoed, landbouw, natuur, onderwijs, veiligheid, ruimtelijke ordening of onze provinciale domeinen: onze impact is voelbaar.”
Eerste gedeputeerde Inge Moors, woordvoerder van de deputatie

Limburg Lezingen – Voetbal: een feest of geopolitiek spel?

‘Voetbal is de belangrijkste bijzaak van het leven’ wordt vaak met een kwinkslag gezegd, maar wie het spel een beetje volgt, weet dat de reputatie van de sport de jongste jaren een flinke knauw heeft gekregen. Velen ervaren de voetbalwereld vandaag als een business in de greep van het grote geld en dat weegt op de toekomst van de sport. Om maar te zwijgen over de competitie- en transfersystemen die strijdig blijken te zijn met de Europese regelgeving. 

In deze UHasselt-Limburg Lezing gaat prof. dr. Niels Appermont in op de transformatie die het professionele voetbal doormaakt en op de vraag waar het nu heen moet met de sport. Want, zoals Johan Cruijff zei: “Soms moet er iets gebeuren, voordat er iets gebeurt”. Iedereen welkom!

De lezing zal doorgaan op 14 november 2024 om 18u30 op de Campus Hasselt, Aula Louis Verhaegen.

Gouverneurs Belgisch en Nederlands Limburg brengen bezoek aan Liberation Garden en Amerikaanse Begraafplaats Margraten

Op 22 oktober 2024 brachten de gouverneurs van Belgisch en Nederlands Limburg, Jos Lantmeeters en Emile Roemer, een gezamenlijk bezoek aan een aantal historisch belangrijke locaties. Het bezoek stond in het teken van de herdenkingen rond ‘80 jaar bevrijding’ en benadrukt de gedeelde geschiedenis en samenwerking van beide provincies, met een bijzondere nadruk op de rol die beide regio’s speelden tijdens de bevrijding in de Tweede Wereldoorlog.

Het programma begon met een bezoek aan het museum Liberation Garden in Leopoldsburg. De gouverneurs werden verwelkomd door burgemeester Marleen Kauffmann en kregen een uitgebreide rondleiding van WOII-historicus en curator prof. Peter Schrijvers. Liberation Garden speelt een belangrijke rol in het behoud van de herinnering aan de bevrijding van de regio en de strijd in de ‘Oosthoek van de Tweede Wereldoorlog’, waarbij zowel de offers als de heldendaden van de bevrijders centraal staan. Dit bezoek onderstreept het belang van educatie en het herinneren van de gebeurtenissen die hebben geleid tot de vrijheid van vandaag. Tijdens operatie Market Garden speelde Leopoldsburg een belangrijke logistieke en operationele rol voor de geallieerden die naar Nederland oprukten.

Aansluitend brachten de gouverneurs een bezoek aan de Amerikaanse Begraafplaats in Margraten, waar later de vele militaire slachtoffers van dezelfde operatie Market Garden hun laatste rustplaats vonden. Hier werden de gouverneurs ontvangen in het bezoekerscentrum door Frenk Lahaye, Directeur Netherlands Visitor Center van de American Battle Monuments Commission (ABMC), en kregen ze een rondleiding over de begraafplaats. Margraten herdenkt de duizenden Amerikaanse soldaten die hun leven gaven tijdens de bevrijding van Europa. De gouverneurs stonden stil bij het belang van deze herdenking en maakten de symbolische verbinding tussen de bevrijdingsverhalen van Leopoldsburg en Margraten, waar de ene plaats respectievelijk diende als logistieke hub en de andere als rustplaats voor de Amerikaanse gesneuvelden.

De ontmoeting tussen de gouverneurs van Belgisch en Nederlands Limburg symboliseert de sterke band tussen beide provincies en onderstreept hun gezamenlijke inzet voor het behoud van historische erfgoed en de verdere uitbouw van samenwerking in de Euregio. Beide locaties zijn nauw met elkaar verbonden en er is nog veel potentieel om deze verbinding te versterken, zowel op historisch als toeristisch vlak. Naast de gedeelde geschiedenis werd er ook vooruitgeblikt naar de toekomst, met als doel de regionale samenwerking verder uit de breiden en de economische en culturele banden tussen de provincies te versterken.

Limburg Lezingen – Gemeenteraadsverkiezingen: waarom (moeten) we stemmen?

Naar de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober wordt met meer dan gewone aandacht uitgekeken want ze volgen kort op de parlementsverkiezingen van 9 juni, maar er gelden ook nieuwe spelregels! In deze UHasselt-Limburg Lezing geven em. prof. Johan Ackaert en prof. Sofie Hennau inzicht in het gewicht van jouw stem op 13 oktober en het bredere plaatje achter de gemeenteraadsverkiezingen.

Stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen is niet langer verplicht en daarnaast zijn hervormingen ingevoerd om de grip van de kiezer op de selectie van burgemeesters en raadsleden te vergroten. Zal dit ook effect hebben op de verkiezingsresultaten en verhogen deze ingrepen de participatie of net niet? En lopen we niet het gevaar dat deze verkiezingen vooral over de ‘figuren’ gaan en minder over de inhoud?

Daarnaast vragen velen zich af of de trends bij de parlementsverkiezingen van juni zich ook op het lokale vlak zullen doorzetten. Worden het voor sommige partijen de verkiezingen van de tweede kans? Drukken we in het lokaal stemhokje onze appreciatie uit voor het formatiewerk in Brussel? Of spelen toch voornamelijk lokale gebeurtenissen een rol?

En misschien nog fundamenteler, welke uitdagingen staan onze gemeenten te wachten? Zijn ze bijvoorbeeld in staat om als meest-burger-nabij-bestuur een accurate bijdrage te leveren aan grote maatschappelijke uitdagingen? Kunnen zij daarvoor rekenen op het vertrouwen van de burger? Of moet dan toch de weg naar schaalvergroting en fusies resoluut ingeslagen worden?

De lezing zal doorgaan op 1 oktober 2024 om 18u30 op de Campus Hasselt, Aula Louis Verhaegen.

Bezoekerscentrum Lieteberg wordt hét Belevingscentrum Biodiversiteit van het Nationaal Park Hoge Kempen.

De uitbreiding en vernieuwing van de bestaande infrastructuur van Bezoekerscentrum Lieteberg, toegangspoort tot het Nationaal Park Hoge Kempen, krijgt al concreet vorm. Maar ook achter de schermen van de “LieteWerf” wordt er gewerkt aan een volledig nieuwe invulling van het bestaande insectenmuseum. In 2025 zal dit resulteren in een uniek Belevingscentrum Biodiversiteit van het Nationaal Park Hoge Kempen.


In september 2023 gingen de verbouwingswerken van Bezoekerscentrum Lieteberg van start. De uitbreiding en vernieuwing van de bestaande infrastructuur worden stilaan zichtbaar. Samen met de gemeente Zutendaal heeft De Lieteberg vzw grote ambities. Wij willen doorgroeien tot hét Belevingscentrum voor Biodiversiteit in het Nationaal Park Hoge Kempen. Als topattractie van het Nationaal Park Hoge Kempen kunnen we dan tot 200.000 bezoekers per jaar ontvangen met een dagvullend en all-weather aanbod.

We verleggen de huidige focus van een museum over insecten naar een unieke belevingsvolle trekpleister waar je kennismaakt met de lokale biodiversiteit van het Nationaal Park Hoge Kempen. Dankzij de financiële ondersteuning ten bedrage van 1 miljoen euro van Limburg Sterk Merk kunnen we rekenen op de expertise van het scenografisch bureau Alfavision voor de uitwerking van een kwaliteitsvolle tentoonstelling op innovatief hoogstaand niveau. Met een multimediale aanpak, nieuwe technologieën, storytelling en een kwalitatief decor zullen bezoekers ondergedompeld worden in de lokale biodiversiteit. De indoor beleving wordt verweven met wat er ook buiten, in Lieteberg zelf, in Zutendaal en het Nationaal Park Hoge Kempen aan natuurbeleving te ervaren is. Een bezoek aan het nieuwe Belevingscentrum Biodiversiteit van het Nationaal Park Hoge Kempen zal garant staan voor één en al beleving en ontdekking. Zowel families, natuurkenners als (scholen)groepen zullen zich hun bezoek nog lang herinneren.

“Biodiversiteit is van levensbelang. Wij zijn dan ook blij dat we met deze financiële ondersteuning vleugels kunnen geven aan de mooie ambities van gemeente Zutendaal en Bezoekerscentrum Lieteberg. Net zoals de libel geven we Pier de mier en zijn vrienden de nodige slagkracht om een voorsprong te kunnen nemen in de bewustwording van het belang van biodiversiteit. Dankzij deze nieuwe stappen kan Bezoekerscentrum Lieteberg als boeiende en inspirerende toegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen haar strategisch belang voor het toerisme in Limburg versterken.” licht Jos Lantmeeters, gouverneur – voorzitter directiecomité Limburg Sterk Merk toe.

“Zutendaal is “het groenste snoepje van Vlaanderen.” Deze boodschap willen we nog meer uitdragen. Door de uitbouw van een Belevingscentrum Biodiversiteit willen we met Lieteberg dé natuurpoort van het Nationaal Park Hoge Kempen worden. Met de steun van LSM willen we het museum omvormen tot een toonaangevend centrum dat bezoekers informeert en inspireert voor onze natuurlijke omgeving.” aldus Dirk Smits, Schepen van Toerisme Gemeente Zutendaal en voorzitter EVA Lieteberg.

In de zomer van 2025 gaan we effectief aan de slag met de nieuwe invulling van de 600 m² van het huidige museum. Dit betekent dat het museum in de zomer van 2025 tijdelijk zal sluiten. De andere attracties van Lieteberg, waaronder het Blotevoetenpad en de Vlindertuin blijven open voor publiek.

“In het nieuwe Belevingscentrum voor Biodiversiteit brengen we beleving en verwondering samen. De unieke biotopen en enkele karakteristieke bewoners van het Nationaal Park Hoge Kempen vormen de leidraad. We dompelen je meteen helemaal onder in de unieke biodiversiteit van het Nationaal Park Hoge Kempen die je alleen hier kan beleven.” verklaart Sofie Wyns, Directeur Bezoekerscentrum Lieteberg. “We staan nu aan de start van de uitwerking van het verhaal en kunnen daarbij ook rekenen op onze projectpartners, waaronder terreinbeheerders, wetenschappelijke instellingen, overheidsinstellingen en experts op vlak van biodiversiteit om ons inhoudelijk bij te staan. We zetten niet alleen in op bewustwording door verwondering maar kiezen ook weloverwogen voor het tot leven brengen van de biodiversiteitsthema’s uit de leerdoelen van scholen. In onze nieuwe educatieve ruimte creëren we meerwaarde voor groepen met een professionele gids.”

De eerste look-and-feel van wat jullie van het nieuwe belevingscentrum kunnen verwachten, krijgen we in oktober 2024 te zien met de opening van de vernieuwde uitgebreide onthaalruimte. Want een toekomstig avontuur bij Lieteberg begint al meteen in de onthaalruimte die de toon zet voor een betoverende reis door de lokale biodiversiteit. De opening van de volledig nieuw ingerichte tentoonstelling staat gepland voor oktober 2025.

“Beleving, dat is waar de bezoeker van vandaag en morgen naar op zoek is. Daarom dompelen we die bezoeker helemaal onder in het verhaal van biodiversiteit.” legt Hans Vandamme, CEO Alfavision uit. “De scenografie die we hebben uitgewerkt speelt daarin een grote rol, alsook de innovatieve multimediale aanpak met toepassing van nieuwe technologieën. Biodiversiteit en duurzaamheid belangen ons allen aan en daarom is het essentieel een verhaal te brengen dat raakt en blijft plakken. Dankzij onze ruime ervaring met projecten in binnenland (bijvoorbeeld Historium in Brugge, Lam Gods in Gent…) en buitenland (bijvoorbeeld Bakoe) weten we hoe we met succes een holistisch project kunnen realiseren. Daarbij is er aandacht voor het geheel, gaande van praktische zaken zoals een optimale bezoekersflow tot inhoudelijke aspecten zoals een meeslepende storytelling. We zijn trots te mogen meewerken aan dit maatschappelijk relevante project en dankbaar voor de prima samenwerking.”

DESINFORMATIE EN BEÏNVLOEDING TIJDENS DE VERKIEZINGEN

Op 9 juni 2024 vinden de Belgische federale en regionale verkiezingen plaats. Op diezelfde dag kan je ook gaan stemmen voor het Europees parlement. En enkele maanden later, op 13 oktober 2024, worden bovendien de lokale en provinciale verkiezingen gehouden.

Verkiezingen vormen de basis van onze democratie. Het is dus bijzonder belangrijk dat deze vlot, correct, transparant en democratisch verlopen. De organisatie van de verkiezingen, de stemcomputers en het tellen van de stemmen zijn daarom goed beveiligd in België. Helaas worden de verkiezingsvoorbereidingen en ook de verkiezingen zelf regelmatig aangegrepen door binnen- en buitenlandse actoren om aan beïnvloeding te doen en desinformatie te verspreiden. De kans is groot dat er de komende weken en maanden veel niet correcte en misleidende informatie zal worden verspreid via (sociale) media. Vanuit de overheid roepen we op om steeds kritisch en alert te zijn

Desinformatie: een potentieel gevaar voor de democratie

Desinformatie is een verzamelterm voor alle mogelijke vormen van valse, verkeerde of misleidende informatie die doelbewust wordt gecreëerd en verspreid met de bedoeling om meningen of gedrag te beïnvloeden, geld te verdienen of de samenleving schade toe te brengen door bijvoorbeeld te polariseren of onze democratie te ondermijnen. Zowel landen (regeringen), lobbygroepen, bepaalde organisaties maar evengoed individuen verspreiden desinformatie om hun eigen agenda te dienen.

In de context van de verkiezingen hebben dergelijke actoren niet zozeer het doel om de kiezers in een alternatieve waarheid te doen geloven, wel om de bevolking te doen twijfelen zodat het moeilijker is om een onderscheid te maken tussen correcte en foute informatie en tussen feiten en meningen. Dit kan leiden tot instabiliteit en meer verdeling binnen onze samenleving. Bovendien kan ook misleidende informatie verspreid worden om twijfel te zaaien over de legitimiteit, veiligheid en betrouwbaarheid van het stemproces en de technische systemen.

Desinformatie en andere vormen en technieken van beïnvloeding vormen dus een potentieel gevaar voor onze democratie. Bij verschillende recente verkiezingen in het buitenland zijn sterke aanwijzingen dat bepaalde actoren (zowel individuen, groepen, lobbygroepen als zelfs staten) geprobeerd hebben om het stemproces te beïnvloeden. We kunnen niet uitsluiten dat bepaalde actoren mogelijks ook de verkiezingen in ons land proberen te beïnvloeden. Daarom is het belangrijk dat we ons bewust zijn van dit potentieel gevaar en ons hier weerbaar tegen maken, zowel als overheid maar ook als samenleving. 

Welke technieken worden gebruikt voor deze beïnvloeding?

Artificiële intelligentie 

Moderne technologieën en artificiële intelligentie kunnen worden ingezet en vergemakkelijken phishing-pogingen, cybercriminaliteit en manipulatie van informatie. Denk bijvoorbeeld aan deepfakes, dit zijn audio en videobeelden die via kunstmatige intelligentie bewerkt of gemanipuleerd zijn. Zo kan men video’s maken waarin mensen dingen zeggen of doen die ze nooit gezegd of gedaan hebben. Door deze technologieën wordt gecreëerde informatie vermengd met feiten, of krijgen we te maken met onder andere geautomatiseerde accounts die gebruikt worden voor netwerken van nepvolgers, gemanipuleerde video’s of gerichte reclameSociale media hebben hierbij een grote impact aangezien deze voor veel mensen de voornaamste bron zijn om nieuws te vinden, lezen, bekijken en delen.

Algoritmes

Op sociale media platformen wordt bovendien gebruik gemaakt van bepaalde algoritmes om kiezers te bereiken en de boodschappen van campagnevoerders te verspreiden. Door deze algoritmes kom je terecht in een soort bubbel van informatie die je visie bevestigt waardoor je niet meer uitgedaagd wordt om kritisch te zijn en je eigen ideeën in twijfel te trekken.

Bots

Daarnaast is er een toename van social bots die bestaan uit nepaccounts op sociale media en zich voordoen als echte personen. Deze bots kunnen invloed uitoefenen door haatdragende taal te verspreiden en zo mensen op te hitsen of de publieke opinie te beïnvloeden. Ook kunnen er hashtags aangemaakt worden die de mening van zeer weinig mensen reproduceren, maar door een groot aantal bots worden gedeeld, waardoor het lijkt dat veel mensen deze mening delen. Daarnaast blijven internettrollen een aanwezig fenomeen, waarbij een echt persoon verdeeldheid zaait op sociale media en bepaalde groepen mensen probeert te frustreren en boos te maken. 

Menselijke actoren

Desinformatie wordt echter zeker niet alleen verspreid via technologie. Ook individuen of influencers met een bepaalde agenda, lobbygroepen, organisaties enz. kunnen doelbewust verkeerde of uit zijn context gehaalde informatie de wereld insturen, al dan niet versterkt door technologische middelen. Op die manier proberen zij een bepaalde agenda te sturen.

Wat kan je zelf doen?

Het is bijzonder belangrijk dat je je bewust bent van de verschillende mogelijke beïnvloedingspraktijken en technieken en steeds kritisch omgaat met informatie. Baseer je bij het zoeken naar informatie vooral op betrouwbare, officiële kanalen, zoals overheidswebsites of de grote nieuwsmedia en wees voorzichtig met de informatie die je leest en deelt op sociale media. 

Op onze pagina rond desinformatie vind je tips over hoe je desinformatie kan herkennen en hoe je jezelf er beter tegen kan beschermen. 

Zo kan je jezelf enkele vragen stellen: 

  • Wie is de auteur van het artikel of bericht? 
  • Wanneer is het bericht of de tekst geschreven en gedeeld? 
  • Op welke bronnen baseert de auteur zich? Is het geloofwaardig?
  • Met welk doel is de tekst of het bericht geschreven? 
  • Vind ik dezelfde informatie ook in andere bronnen? 
  • Heeft de tekst een merkwaardige vorm?
    • Staat de tekst vol schrijffouten, uitroeptekens of hoofdletters?
    • Is de titel zeer overdreven of misleidend?

Op de website van Mediawijs (het Vlaamse Kenniscentrum Digitale en Mediawijsheid van de Vlaamse overheid en imec vzw) vind je een overzichtelijke affiche met 10 vragen die je helpen om betrouwbare bronnen te identificeren en je te wapenen tegen desinformatie.

Iktwijfel.be, een campagne binnen het project EDMO Belux (een gemeenschapsoverschrijdende, meertalige samenwerking tussen deskundigen uit o.a. de academische wereld, het maatschappelijk middenveld, de media en mediageletterdheid), biedt handvaten om zekerheid te brengen in twijfels. Je vindt tips over hoe je online goed kan zoeken, aan wie je raad kan vragen of met wie je kan praten over je twijfels.

Neem bovendien ook een kijkje op onze pagina over factchecking om te lezen hoe je zelf een factcheck kan uitvoeren. 

Met de twee serious games Harmony Square en Cat Park (beiden ontwikkeld door o.a. de universiteit van Cambridge en DROG en Tilt Studio, twee Nederlandse organisaties die werken tegen het verspreiden van desinformatie) ontdek je hoe politieke desinformatie op sociale media verspreid wordt.
 

Wat doen de overheden?

In België is de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken (ADIB) van de FOD Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor de organisatie van de federale, regionale en Europese verkiezingen. Zowel voor, tijdens als na neemt de FOD Binnenlandse Zaken diverse maatregelen om de veiligheid en transparantie van de verkiezingen te garanderen. Een volledige oplijsting van deze maatregelen vind je op de pagina: https://verkiezingen.fgov.be/algemeen/veiligheid-en-transparantie

De overheden doen er alles aan om de verkiezingen vlot, correct en democratisch te laten verlopen. Dit betekent veel voorbereidingswerk in aanloop naar de verkiezingen. Zo wordt er bijvoorbeeld een risicoanalyse opgesteld met verschillende uitgangspunten, waaronder technische risico’s, procesmatige risico’s en cyberrisico’s. Ook voor desinformatie wordt er een dergelijke analyse opgesteld. Op basis van deze analyse wordt bekeken hoe de verschillende betrokken diensten zullen reageren in geval van verschillende scenario’s.

Het Nationaal Crisiscentrum volgt samen met zijn partners op welke valse berichten of misleidende informatie in ons land circuleert. Indien nodig zullen wij de bevolking hiervan ook bewust maken door er duidelijk over te communiceren op onze kanalen.

Interessante websites

  • Speciaal voor de verkiezingen creëerde de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken bovendien een specifieke website. Daar kan je terecht voor al je (praktische) vragen in verband met de verkiezingen.
  • Wil je meer weten over de Europese verkiezingen? Het Europees Parlement ontwikkelde een speciale website over de Europese verkiezingen. Je vindt er het antwoord op al jouw vragen.
  • Op de website van Mediawijs kan je heel wat vinden rond desinformatie en gerelateerde thema’s. Mediawijs heeft bovendien een hele pagina rond verkiezingen in een digitale samenleving. Je vindt er bovendien ook het lessenpakket “Verkiezingen in de klas” voor leerlingen van de tweede en derde graad secundair onderwijs. Dit pakket bestaat uit vier thema’s met telkens bijhorende methodiek en EDUbox.
  • WAT WAT biedt informatie op maat van jongeren over heel wat verschillende onderwerpen, zoals ook verkiezingen
  • Jongeren die voor het eerst gaan stemmen in 2024 vinden alles wat ze daarover moeten weten op de website van ‘t Is aan u.
  • De Veiligheid van de Staat (VSSE), het Centrum voor Cybersecurity België (CCB) en de Algemene Dienst voor Inlichting en Veiligheid (ADIV) onwikkelden een brochure “veilig online tijdens de verkiezingen” voor politieke partijen en hun kandidaten.
  • EDMO BELUX is een onderzoekshub die desinformatie in België en Luxemburg controleert door internationale deskundigen uit de academische wereld, het maatschappelijk middenveld, de media en journalistiek, factchecking en mediageletterdheid samen te brengen. Op hun website vind je onder meer door hen uitgevoerde factchecks, materiaal rond mediageletterdheid en tips om zelf aan factchecking te doen.
  • De onafhankelijke non-profit organisatie, EU DisinfoLab, verzamelt kennis en expertise rond desinformatie in Europa. Op hun website delen ze interessante publicaties en tips om desinformatie te detecteren en hoe ermee om te gaan. 

Eindejaarsvuurwerk wordt sterk afgeraden door de slechte weersvoorspellingen met hevig wind

In onze provincie wordt met eindejaar geen provinciaal verbod afgekondigd. Dit verbod zou onmogelijk te controleren zijn en in verschillende Limburgse gemeenten geldt reeds een verbod of is er een vergunning nodig. Gemeenten kunnen daarnaast ook afhankelijk van de situatie steeds bijkomende beperkingen opleggen.

Vuurwerk afsteken houdt wel altijd ernstige risico’s in. Risico’s die met de aangekondigde sterke wind alleen maar groter worden. Elk jaar gebeuren er rond nieuwjaar ongelukken met vuurwerk. Handletsels, verwondingen in het gezicht, brandwonden en schade aan huizen zijn slechts enkele van de meest voorkomende ongevallen. In overleg met onder andere de brandweer en medische diensten roept de gouverneur daarom op om dit jaar geen vuurwerk af te steken.

Zorg voor uw eigen veiligheid en voor de veiligheid en gezondheid van uw familie, buren, vrienden en dierbaren. Steek geen vuurwerk af. Zo houden we het samen veilig voor elkaar. Bovendien vermijd je ook fysieke, materiële en financiële schade die je door het afsteken van vuurwerk zou kunnen veroorzaken.

Maak er een mooi en vuurwerkvrij eindejaar van!

Rede van de gouverneur ‘Vertrouwen’

Tijdens de Decemberzittingen stelt de deputatie haar doelstellingen voor.

Gouverneur Jos Lantmeeters opende de zittingen op 6 december 2023 met zijn rede “Vertrouwen”.

Geachte mevrouw de voorzitster

Geachte leden van de provincieraad en deputatie

Geachte aanwezigen

Dames en heren,

De pandemie mag dan stilaan naar de achtergrond verdwenen zijn niemand zal ontkennen dat wij tot de dag van vandaag nog steeds in zeer onzekere en woelige tijden leven.

Vandaag worden we geconfronteerd met ongeziene geopolitieke machtsverschuivingen, met terreur en oorlogen , ook dichtbij ons, aan de rand van Europa met veel menselijk leed en een voortdurende negatieve impact op onze economie, handel, energie- en voedselprijzen.

Met extreme weersomstandigheden, zoals hitte, droogte, wateroverlast  en soms erg verwoestende natuurverschijnselen, veelal te wijten aan de voortschrijdende klimaatverandering.

Met grote maatschappelijke onrust, gevoed door tweedracht en ongelijkheid met als resultaat meer en meer polarisatie in de samenleving en druk op onze democratische principes en instellingen. Het complexe asiel en migratievraagstuk voert hierbij de druk nog op.

Met honger, armoede en sociale uitsluiting in heel de wereld, maar ook in onze eigen omgeving.

Het is geen fraai beeld waar we dagelijks ofwel in realtime ofwel fysiek mee geconfronteerd worden.

De wereld is in volle verandering. De gebeurtenissen die we momenteel meemaken zullen bovendien decennialang bepalend zijn voor de wereld van morgen.

Nochtans mogen we niet toegeven aan pessimisme en doemdenken. De wereld zal morgen heus niet vergaan.

En als dit te optimistisch zou klinken betekent dit niet dat ik blind ben voor wat er gebeurt of dat ik de zaken niet ernstig neem, wel integendeel.

Maar defaitisme leidt tot niets.

Actief handelen daarentegen is de boodschap.

Niet bij de pakken blijven zitten maar zoeken naar oplossingen.

Dat is voor mij het enige alternatief.

Als we even stilstaan bij het klimaatvraagstuk helpt het niet om elke ochtend in shock wakker te worden en badend in het zweet te vrezen voor het einde van de planeet.

Neen, wat wel helpt is nadenken wat je eraan kunt doen en vervolgens – binnen je mogelijkheden – er naar handelen, als individu, als consument, als ondernemer, als organisatie, instelling en als overheid.

Momenteel is in Dubai de klimaattop aan de gang. Het is een jaarlijkse bijeenkomst van bijna alle landen om afspraken te maken over de status van het klimaat. Nog tot 12 december zullen bijna 200 wereldleiders en staatshoofden samen met wetenschappers, het bedrijfsleven en activisten vergaderen en onderhandelen over het tegengaan van de opwarming van de aarde, over welk land welke maatregelen kan nemen en wie hoeveel zal betalen.

Eén van de belangrijkste punten op het programma is uiteraard het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en het uit-faseren van gebruik van fossiele brandstoffen.

Dat wij erin gaan lukken om onder de 1,5 graden opwarming te blijven lijkt meer en meer een utopie.

Dat dit tot nare gevolgen zal leiden is niet ondenkbaar. Maar dan denk ik, laat ons er dan alles aan doen om tenminste de volgende mijlpaal te halen.

Want elke inspanning loont de moeite om ons voor te blijven inzetten.

En met mij zeggen dat ook de wetenschappelijke modellen: blijf daarom naast het voortdurend verminderen van onze uitstoot, verder inzetten op de hernieuwbare energie van zon en wind, maar ook op energie-efficiëntiewinsten en investeer in nieuwe CO2 captatietechnieken.

Zoals in IJsland waar een Zwitserse Startup vandaag experimenteert met een nieuwe technologie om broeikasgassen rechtstreeks uit de lucht te zuigen en 1000 meter onder de grond te injecteren waar het – voor de eeuwigheid – mineraliseert tot calciet.

*

Wereldwijd staan democratie, vrijheid en de rechtsstaat onder druk.

Niet alleen ver weg, maar ook op ons eigen continent, in Europa.

Des te belangrijker is het daarom dat wij onze eigen democratische rechtsstaat koesteren, beschermen en versterken.

Het is daarom onacceptabel dat de georganiseerde misdaad onze samenleving ondermijnt en doordringt in onze straten, buurten, bedrijven en zelfs de overheid.

Dat vergt een continue inzet op veiligheid.

In die zin is het nieuwe Benelux Politieverdrag voor ons zeer belangrijk. Het is bij uitstek het meest ambitieuze verdrag inzake politiesamenwerking op Europees niveau.

Het voorziet met name in een actualisering en verbetering van bestaande bepalingen op drie kerngebieden: gegevensuitwisseling, operationele samenwerking tussen politiediensten over de landsgrenzen heen en justitiële samenwerking. Meer bepaald biedt het nieuwe verdrag mogelijkheden om gegevens uit te wisselen en op te treden op het grondgebied van een ander land.

Voor Limburg als grensregio – met ons specifiek criminaliteits- en veiligheidsbeeld – biedt dit Verdrag interessante mogelijkheden voor onze lokale en federale politiediensten.

Alleen zal het nodig zijn om onze politiezones verder op te schalen en te stimuleren om te fusioneren zodat zij slagkrachtiger worden en beter uitgerust zijn om te beantwoorden aan deze complexe criminaliteitsvormen.

En wordt het hoogtijd om onze Limburgse politiecapaciteit te versterken.

Daarom wil ik vandaag die oproep aan onze beleidsmakers nogmaals herhalen.

De personele politie- en justitiecapaciteit in Limburg kampt met achterhaalde personeelskaders en met een structureel tekort. 

Vergeleken met alle andere Belgische provincies staat Limburg met 26,8 politiemensen voor 10.000 inwoners op de allerlaatste plaats.

Het nationale gemiddelde bedraagt 38 politiemensen voor 10.000 inwoners.

Cijfermatig tellen de Limburgse politiediensten lokaal en federaal  samen 2.249 personeelsleden voor 900.000 inwoners. Het lokale politiekorps van de stad Antwerpen telt 2.218 personeelsleden voor 530.000 inwoners.

Natuurlijk kan de problematiek van de stad en de haven van Antwerpen niet één op één vergeleken worden met de Limburgse problematiek.

Maar als straks ook onze “Port of Limburg” aan de haven Genk op volle capaciteit draait en evenzo zal instaan voor grote ladingen containertrafiek dan moet ik daar geen tekening bij maken.

Wil men het aantal beschikbare politiemensen in Limburg op het gemiddeld niveau van België brengen dan is er een verhoging van personeelscapaciteit van om en bij de 800 politiemensen nodig! 

Ik ben mij bewust dat deze ongelijkheid wegwerken wellicht te ambitieus is.

Maar Limburg gelijk trekken met de provincies Namen, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant die kunnen terugvallen op respectievelijk 35, 33 en 32 politiemensen per 10.000 inwoners lijkt mij geen buitenproportionele eis.

*

Kansengelijkheid, bestaanszekerheid en perspectief bieden aan mensen, vormen de kern van de ambitie om als overheid zeker vandaag – in deze onzekere en moeilijke tijden –niemand achter te laten.

Het is dan ook schrijnend als we de meest recente armoedecijfers van onze provincie er bij moeten nemen om vast te stellen hoe erg het nog steeds gesteld is met onze allerzwakste.

  • 13% van de kinderen groeit op in armoede.
  • 140 000 Limburgers genieten van een verhoogde tegemoetkoming in de gezondheidszorg.
  • 13 000 Limburgers krijgen een voedselpakket.
  • 13.500 Limburgers hebben één achterstallig krediet.
  • 3500 Limburgers moeten rondkomen met een leefloon en 4000 Limburgse huishoudens hebben een budgetmeter voor elektriciteit.
  • 21 000 Limburgse gezinnen staan op de wachtlijst voor een sociale woning.
  • 4500 Limburgers zitten in een collectieve schuldenregeling.
  • 1200 Limburgers zijn dakloos.

Dit zijn allemaal mensen en of gezinnen die bestaansonzeker zijn en uitsluiting ervaren op tal van levensdomeinen zoals inkomen, arbeid, onderwijs en wonen.

Een geïntegreerde structurele aanpak vanuit diverse disciplines blijft zich ook hier opdringen. Zeker als er straks door de aanhoudend hoge energie en voedselprijzen mogelijk een nieuwe generatie armen zich zal aandienen.

Om nog te zwijgen van de klimaattransitie die,  wil ze sociaal en rechtvaardig zijn ook zal moeten rekening houden met de meest kwetsbaren.

Hoogtijd dus om naast de broodnodige solidariteit ook voor een gecoördineerd beleid te zorgen dat impact heeft op armoede als een complexe maatschappelijke kwestie, waarbij men ingrijpt op de drempels die mensen verhinderen om volwaardig te kunnen participeren aan onze maatschappij.

In die optiek ben ik dan ook verheugd vast te stellen dat er vanuit verschillende welzijns- en sociale organisaties de idee leeft om nauwer te gaan samenwerken.

De meeste organisaties zijn op Limburgse schaal georganiseerd, vb. Beweging.net, Avansa, SAAMO, Wonen in Limburg – woonmaatschappij, Stebo, Horizont, CAW, Groep Intro, Arktos, Welzijnszorg , St Vincentius… Zij zouden samen met de lokale besturen en de sociale partners perfect een gezamenlijke strategie kunnen opzetten om de armoedeproblematiek op een meer slagkrachtige manier aan te pakken. Deze gezamenlijke en geïntegreerde aanpak zal sowieso de versnippering tegengaan waardoor de middelen meer efficiënt kunnen worden ingezet. 

Dames en heren,

Met deze drie voorbeelden omtrent  klimaat, veiligheid en armoede heb ik willen aantonen dat hoe moeilijk, complex en uitzichtloos de situatie ook mag zijn, we nooit mogen wanhopen en zeker nooit ons vertrouwen mogen verliezen.

Ons vertrouwen in de toekomst, ons vertrouwen in de overheid, in onze structuren en instellingen, in de samenleving en in elkaar.

Laat ons daarom voortbouwen op dat vertrouwen.

Want ook hier, in onze provincie Limburg – perifeer gelegen in Vlaanderen – is en blijft vertrouwen nodig om gestaag verder te bouwen aan onze welvaart en ons welzijn.

De Limburgse economie heeft de afgelopen jaren – steunend op de veerkracht die haar zo typeert – een forse inhaalbeweging gemaakt. Zo werd de achterstand inzake arbeidsproductiviteit ten overstaan van Vlaanderen gevoelig verminderd en nestelde Limburg zich in de top 20 van de meest competitieve regio’s van Europa.

Wie wil er niet in zo een regio wonen, werken en leven?

Laat ons daarom vertrouwen op onze Limburgse bedrijven en KMO ’s die niet alleen geloven in onze provincie maar bovendien ook blijvend investeren in de regio. En op het bloeiend start-up landschap dat ondertussen borg staat voor vele nieuwe toekomstbestendige jobs.

Laat ons vertrouwen op ons hoger onderwijs – met de UH, PXL en UCLL. Naast tal van nieuwe studierichtingen groeit in deze kennisinstellingen niet alleen de onderzoeks-excellentie maar wordt ook het maatschappelijk engagement ten aanzien van de regio gestaag uitgebouwd.

Laat ons vertrouwen en verder bouwen aan het divers incubatorennetwerk dat strategisch goed gespreid zit in de provincie en interessante verbindingen legt tussen bedrijven en kenniscentra.

Laat ons vertrouwen op de nieuwe innovatieve campussen op vlak van digitale zorg, circulaire bouw en slimme logistiek. En op onze voormalige mijnsites die na hun transformatie elk uitgegroeid zijn tot unieke hotspots.

Laat ons vertrouwen op LRM die zich heeft zich ontwikkeld tot een zeer performante investeringsmaatschappij die inmiddels onmisbaar is in de groei en ontwikkeling van de Limburgse economie.

Net zoals de stichting LSM die – met de aan haar uitgekeerde dividenden – inmiddels meer dan 350 miljoen investeerde in tal van maatschappelijke projecten van toerisme, over onderwijs tot duurzame economie, zorg en stedelijke ontwikkeling.

Laat ons vertrouwen op de kracht van onze natuurwaarden, landschapsparken en nationale parken en daaraan gelinkt ons toeristisch imago, met in bijzonder onze  fietsroutes welke – zelfs internationaal  – zeer hoge ogen gooien en niet meer weg te denken zijn uit het Limburgs businessmodel.

Laat ons vertrouwen op ons breed vertakt, deskundig en sterk sociaal middenveld dat met beperkte middelen en steunend op een stevig netwerk van vrijwilligers aanwezig is in de kleinste vezels van onze gemeenschap en meer en meer de bereidheid toont om ook op de schaal Limburg te willen samenwerken

Laat ons tot slot vertrouwen op het provinciebestuur en onze steden en gemeenten, de bestuurlijke sluitstukken in de samenleving, die in het geval van de provincie, een nieuw leven verdienen of als het over de lokale besturen gaat verder moeten versterkt worden zowel in hun bestuurskracht als in hun vermogen tot samenwerken. De rondgang die ik in de voorbije periode maakte naar elk van de 42 besturen heeft mij zeer veel geleerd.

Verderop in deze Rede kom ik hier graag op terug.

Dames en heren;

Er blijven natuurlijk nog tal van uitdagingen op de Limburgse beleidstafel liggen.

Zo is het feit dat bepaalde maakbedrijven zoals Bose en Sappi recent de deuren sloten geen goed nieuws dat vraagt om verhoogde aandacht.

In de eerste plaats vraagt dit zorg voor de getroffen werknemers.

In de tweede plaats vraagt dit aandacht voor de slagkracht en het competitief vermogen van onze Limburgse maakindustrie.

En stelt zich de vraag: Hoe duurzaam en efficiënt wordt geproduceerd en hoe sterk staat de innovatieve capaciteit op vlak van digitalisering en robotisering.

De maakindustrie heeft zeker nog een toekomst in onze provincie. Zij is vandaag goed voor 15 % van de bruto toegevoegde waarde die in Limburg wordt gecreëerd en is goed voor om en bij de 47.000 jobs.

Met De FacThory , het nieuwste gebouw op Thor Park, dat volgende week de deuren opent  bouwt men aan een ecosysteem van bedrijven die werken rond slimme maakindustrie.

Het wil uitgroeien tot de locatie bij uitstek voor bedrijven die voorsprong willen nemen op het vlak van innovatieve producten en productieprocessen.  

Het onderscheidt ons in elk geval reeds van andere regio’s en bewijst dat de maakindustrie in Limburg zich klaar maakt voor de toekomst.

Het is hier en voor mij niet de plaats om over de andere beleidsuitdagingen te spreken maar volgende aanbevelingen wil ik toch nog graag meegeven.

Het is belangrijk dat wij verder blijven investeren in grensoverschrijdende samenwerking.

Het is immers noodzakelijk om in een geglobaliseerde economie samen met de buurlanden – en in bijzonder Nederland) de krachten te bundelen om grensoverschrijdend ondernemen, werken en wonen te bevorderen. Om grensbarrières die grensoverschrijdend werken en ondernemen afremmen of verhinderen weg te werken.

In die optiek hoop ik dat “schakelpunt grensbelemmeringen” dat ingebed werd in het recent opgerichte Bestuurlijke grensregio overleg Vlaanderen- Nederland tot concrete resultaten mag leiden.

Doelstelling van dit overleg is:

  • Knelpunten in de grensregionale samenwerking te signaleren;
  • Prioriteiten aan te geven over deze samenwerking;
  • Informatie-uitwisseling te bevorderen;
  • Draagvlak te creëren voor projecten en voorgestelde oplossingen van knelpunten.

Naast de gouverneurs van de grensprovincies maken onder meer ook de burgemeesters van de 37 grensgemeenten met Nederland deel uit van dit overleg.

Als tweede aandachtspunt is het belangrijk om verder in te zetten op de versterking van het partnerschap tussen LRM en LSM

Dit partnerschap is niet alleen een uniek gegeven  – maar ook een robuuste formule -die Limburg sociaal- economisch en maatschappelijk versterkt, verbindt en opstuwt tot datgene wat wij samen ambiëren: een topregio worden in Europa.

Het is dan ook van uitermate groot belang – en ik doe daarvoor een vurige oproep aan alle Limburgse actoren – om in 2024, wanneer de samenwerkingsovereenkomst tussen de Vlaamse regering en LRM moet hernieuwd worden, dat de provinciale verankering van LRM herbevestigd wordt en zij aldus – samen met LSM – het vertrouwen krijgt om het succesvolle werk in Limburg verder te zetten, zodat we die ambitie : een topregio worden in Europa , ook echt kunnen waarmaken.

En in die topregio past natuurlijk de Einsteintelescoop.

Ook hierover heb ik hoopvol nieuws.

Tijdens de Ministersconferentie in Brussel op 26 september jongstleden hebben afgevaardigden uit België, Nederland en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen afgesproken de voorbereidingen te treffen voor een gezamenlijk consortium om de Einsteintelescoop in de Euregio Maas-Rijn te vestigen. Dat consortium richt zich op het verder uitwerken van de verantwoordelijkheden en betrokkenheid van alle bestuurslagen die een rol spelen bij de kandidatuur vanuit de drie landen.

Door het ondertekenen van een intentieverklaring over die samenwerking gaven de beleidsverantwoordelijken uit België, Nederland en Noordrijn-Westfalen het groene licht over de manier waarop de grensoverschrijdende samenwerking bij de voorbereidingen tot en met het indienen van een bidbook voor de Einsteintelescoop vorm krijgt.  Een ambtelijke taskforce zal de voorstellen voor het consortium verder uitwerken.

Intussen heeft de begrotingscommissie van de Duitse Bondsdag de financiering van in totaal 9 miljoen euro voor de planningskosten van de Einsteintelescoop goedgekeurd.

Hiermee geven nu ook de Duitsers aan dat “De Euregio Maas-Rijn in het drielandenpunt van Duitsland, België en Nederland  de meest waarschijnlijke en beste locatie is voor de Einsteintelescoop dankzij het uitstekende wetenschaps- en onderzoeks-landschap en de Euregionale ligging.”

Ik meen dat het nu wel duidelijk is dat de wil bij alle partners aanwezig is om dit uniek project te laten slagen. Laat ons daarom nu alles op alles zetten om dit project binnen te halen.

En tot slot wil ik nog even stilstaan bij onze Limburgse bestuurlijke organisatie.

Ik ben van mening dat we onze nek moeten durven uitsteken en de handschoen opnemen om zelf onze eigen Limburgse bestuurlijke structuur  slim, toekomstbestendig en op maat vorm te geven.

Dat betekent voor mij dat we een aantal bestuurlijke evoluties die vandaag plaatsvinden niet los zien van elkaar maar juist met elkaar gaan verbinden en trachten deze samen te laten sporen.

En dat gaat het over de (al dan niet verplichte) fusies van gemeenten, de regiowerking in de één-referentieregio Limburg, de werking van de Vlaamse overheid en de toekomst van de provincie.

Al deze bewegingen moeten in verband met elkaar gebracht en moeten geïntegreerd en maatgericht worden aangepakt. De studie: toekomstvisie op het lokaal en binnenlands bestuur in Vlaanderen bevestigt alleen maar deze stelling.

Voor mij is het belangrijk dat gemeentefusies van onderuit en dus organisch dienen te groeien en  geenszins top down of omwille van een geografische logica mogen opgelegd worden.

Een succesvolle fusie heeft bovendien tijd nodig en heeft vooral met vertrouwen te maken.

De Vlaamse Overheid moet dringend begin maken van een ontkokering en de regio’s vanuit een geïntegreerd kader tegemoet treden.

De organisatie, de structuur en de werking van de Vlaamse departementen en agentschappen zou een gebiedsgerichte focus moeten hanteren om zo haar beleid beter af te stemmen op de streekeigen behoeften en noden van elke regio.

Bovendien zou het zich moeten beperken tot het vastleggen van brede kaders zodat de  regie bij de uitwerking in handen blijft van de lokale of regionale besturen

De één-referentieregio Limburg moet haar uniek platform Regioraad Limburg, waar al de Limburgse burgemeesters, samen met hun algemeen directeurs, elkaar ontmoeten verder versterken en een begin maken van dialoog met het socio-economisch middenveld en het provinciebestuur.

In het licht van voorgaande ontwikkelingen moeten we tot slot ook de toekomst van het provinciebestuur een plaats geven.

En zonder te willen vooruitlopen op de politieke beslissing wil ik hierbij toch benadrukken dat wij in Limburg ook hier best zelf het voortouw nemen en zelf ons voorstel van bestuurlijk model naar voor schuiven.

Eerder dan te wachten op de Vlaamse overheid of mee te deinen op een uniforme aanpak van de VVP weten wij zelf immers veel beter hoe wij onze Limburgse bestuurlijke organisatie toekomstbestendig en duurzaam kunnen vormgeven en hoe wij de bestaande provinciale capaciteit en knowhow verder kunnen verankeren in Limburg. Want zoals in het bedrijfsleven vormt ook in dit dossier de mensen, het personeel, het echte kapitaal.

Dames en heren

Ik ga afronden

Volgend jaar zijn het verkiezingen. Ik moet het u niet vertellen. Het is één van de meest belangrijke bouwstenen van onze democratie. Maar democratie vraagt veel meer dan dat. Het goed onderhoud van de democratie is niet iets van de overheid alleen. Het vraagt iets van ons allemaal als burgers.

Democratie is dan ook veel meer dan je stem uitbrengen – het is een houding van burgerschap. Het is bovendien de bereidheid te luisteren, begrip op te brengen voor andere standpunten en een zorgvuldige afweging van belangen te maken.

Want als verschillen van opvatting verharden tot onoverbrugbare tegenstellingen, tast dat onvermijdelijk het vertrouwen in onze democratische instituties aan, en daarmee het maatschappelijk weefsel dat ons als samenleving bij elkaar houdt.

Laat daarom de grote samenbindende kracht in alles wat mensen met elkaar bereiken in het kleine, het dagelijkse, het gewone leven ons tot voorbeeld zijn.

Het is immers in het dagelijkse leven – op scholen, in bedrijven, in onderwijs- en cultuurinstellingen, in het verenigingsleven… dat verschillen overbrugd worden en er onderling vertrouwen en een gezamenlijk toekomstperspectief ontstaat.

Er ligt daarom een grote opdracht voor iedereen die politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt om mensen houvast en hoop te bieden in een tijd van grote veranderingen. Zo kunnen we in vertrouwen blijven bouwen aan het maatschappelijk weefsel van onze regio, van onze provincie.

En dat we daarbij moeten kunnen steunen op degelijke en stevige structuren en rekenen op goed werkende, toegankelijke en verantwoordelijke overheden, zowel lokaal als provinciaal, dat moet ik u niet vertellen!

Ik dank u voor de aandacht.

Jos Lantmeeters

gouverneur